Nood- en Servicenummers
Welk nummer bel je als je problemen hebt zoals een storing, 's avonds of in het weekend een huisarts nodig hebt of een wijk gerelateerde vraag hebt? Onderstaande lijst bevat telefoonnummers van de meest voorkomende organisaties.
Als de sirene gaat
Iedere eerste maandag van de maand om 12.00 uur wordt de sirene getest. Gaat de sirene op een ander moment en blijft deze gaan? Dan is er alarm en moet u het volgende doen:
Ga zo snel mogelijk naar binnen
- Ga snel uw huis of het dichtstbijzijnde gebouw in.
- Ziet u andere mensen die de sirene niet horen? Waarschuw ze.
- Help andere mensen en dieren: laat ze bij u schuilen.
- Kinderen die op school of op de opvang zijn, blijven daar. De leerkrachten en/of begeleiders helpen ze.
Zit u in de auto?
- Parkeer en ga snel ergens naar binnen.
- Kan dat niet? Blijf in de auto, zet de motor uit en doe de luchtroosters dicht. Houd ook ramen en deuren dicht.
- Zet de radio aan en luister naar de regionale omroep. U krijgt zo meer informatie over wat u moet doen.
Doe deuren, ramen en andere openingen dicht
- Sluit deuren en ramen. Zo komen gevaarlijke stoffen niet binnen.
- Denk ook aan andere openingen in uw huis: de afzuigkap, roosters of een tussendeur.
- Zet de mechanische ventilatie uit door de stekker eruit te trekken.
Volg het nieuws op de radio, televisie of internet
- Stem de televisie af op uw regionale publieke omroep (Rijnmond.nl).
- Stem de radio af op uw regionale publieke omroep (Radio Rijnmond 93,4MHz).
- Ga naar de website van uw veiligheidsregio (zhzveilig.nl) of de website van de regionale publieke omroep.
Stopt de sirene? Wacht tot alles veilig is
Ga pas naar buiten als u hoort dat de situatie weer veilig is. Dat hoort u via de radio of nieuwsuitzending van de regionale omroep, via een NL-Alert, van de hulpdiensten, of leest u op internet.
Dares (Dutch Amateur Radio Emergency Service)
Als reguliere communicatiemiddelen zijn uitgevallen kan DARES door de overheid worden gealarmeerd. De DARES regiocoördinator zal dan via een vaste procedure inventariseren welke deelnemers op dat moment inzetbaar zijn en welke apparatuur zij tot hun beschikking hebben. Daarna zullen teams van 3 tot 5 personen met hun apparatuur worden ingezet om verbindingen tussen diverse locaties op te zetten. Indien nodig kan een beroep worden gedaan op deelnemers uit andere regio’s, maar vooral ook op de zendamateurs "op zolder".